Bauwien van der Meer (sopraan)
Bauwien maakte vanaf dat ze heel klein was liedjes en stukjes en verhaaltjes op de piano. Dat was niet zo gek, want bijna iedereen in haar familie speelde wel een instrument: piano, viool, harp. De opa van Bauwien speelde viool in een orkest, het Radio Filharmonisch. In de pauzes ging hij altijd op zijn kop staan. Hij had een mooi wit paard dat Prins heette waar Bauwien als kind graag op reed. Dat paard mocht ook eens invallen voor Amerigo.
Bauwien’s oma speelde piano en zij zongen altijd samen liedjes en dronken daarna thee met scones. Bauwiens moeder werkte ook als violist in hetzelfde orkest als opa en Bauwien vond het heerlijk mee te gaan naar repetities en uitvoeringen in Vredenburg en het Concertgebouw. Ook ging ze mee naar repetities van haar vaders werk, die werkte bij de opera als pianist. Dus het is niet heel gek dat ze zelf ook begon te zingen. Bauwiens laatste zangjuf, Margreet Honig, is net 80 geworden en zelf ook een lieve oma die je vooral veel vrijheid en plezier in het zingen bezorgt.
Bauwien zong eerder in opera’s. Ze speelde een keer een sombere krekel in een opera geschreven door de componist Richard Ayers. Het verhaal was van de schrijver Toon Tellegen. Er was in die opera ook een olifant die verslaafd was aan bomenklimmen en er telkens uitviel.
Een paar jaar geleden zong Bauwien in een opera in het muziektheater in Amsterdam, die opera heet Reimsreisje. Daar speelde ze een directrice van een wellnesscentrum, met yoga en sauna’s en heel veel schuim. De directrice was nogal lui en dik en deed het liefst niets. Er was ook een mevrouw die flauwviel omdat ze geen perenijsje kreeg.
Bauwien heeft net een voorstelling over vrouwen gemaakt, omdat ze vindt dat vrouwen en meisjes nog steeds niet dezelfde kansen krijgen als mannen en jongens. Die voorstelling heet Fantastic Women (fantastische vrouwen).
Meer lezen over Bauwien: http://www.bauwienvandermeer.nl
Yvonne Kok (mezzo-sopraan)
Toen Yvonne klein was, stond er thuis een piano, waar ze heel vaak op probeerde te spelen. Op 7-jarige leeftijd mocht Yvonne eindelijk op pianoles en leerde ze echte liedjes spelen. De moeder van Yvonne zat op een koor. Als haar moeder dan geen oppas kon vinden, ging Yvonne mee naar de repetitie en zat naast haar moeder mee te lezen in de muziek. Yvonne vond zingen zo leuk, dat ze in de auto met haar moeder 2-stemmige liedjes zong. Dan gingen ze met de auto naar de winkel en als het liedje dan nog niet af was gelopen, bleven ze op de parkeerplaats in de auto zitten om het liedje af te zingen.
Toen het koor van haar moeder een kinderkoor oprichtte, ging Yvonne daar natuurlijk bij. Dat ging heel erg goed, dus ging ze op haar 11e ook in het koor van grote mensen meezingen.
Nu heeft Yvonne een zangleraar, Ira Siff, die helemaal in New York woont. Daar heeft hij gewerkt met de grote beroemde sterren in de wereld. Af en toe komt hij naar Nederland en dan mag Yvonne ook met hem werken.
Yvonne zingt nu vaak concerten. Dan mag ze de solo zingen bij een koor en een hele mooie grote jurk aan. Ze heeft jurken in wel 5 verschillende kleuren.
Yvonne zingt ook veel in opera’s. Daarin mag ze ook vaak een man spelen, dat vindt ze heel leuk. Ze krijgt dan een pak aan en een pruik op en moet heel mannelijk lopen. Maar Yvonne moest ook een keer een boze moeder spelen. Toen moest ze met een bezemsteel achter haar zoon aan rennen. Ze heeft wel meer dan 30 verschillende kostuums aangehad.
Yvonne zingt vaak bij de grote opera in Amsterdam. Daar is het toneel wel zo groot als een paar zwembaden bij elkaar!
Meer lezen over Yvonne: http://www.yvonnekok.com
Klarijn Verkaart (mezzo-sopraan)
Klarijn groeide op tussen de groene heuvels waar veel muziek weerklonk. De fanfare die erop uit trok bij feesten, maakte grote indruk op haar. Klarijn leerde blokfluit spelen en bugel, een soort trompet, en later ook piano en gitaar. Maar al haar vriendinnen zongen in het koor. Dat wilde zij ook! De koster die het koor leidde, ging met de jongere kinderen wel vier keer in de week oefenen.
Zingen deed Klarijn het liefste van alles, naast boeken lezen. Klarijn ging daarom eerst een studie doen in Amsterdam, waarbij ze heel veel Nederlandse boeken mocht lezen. Dat was geweldig. Maar de muziek bleef kriebelen… Ze kwam vaak bij de Opera en droomde ervan in het koor mee te zingen. In Den Haag mocht Klarijn bij zangjuf Sasja Hunnego gaan studeren.
Ze ontdekte de meest prachtige melodieën en leerde om een verhaal te vertellen met muziek. Soms als man of als non, soms in een dierenpak, in een wetsuit in de vijver bij de Koningin of zelfs in een gave kroonluchter-jurk. Dat was in een opera van muziekmaker Stravinsky met een groot orkest uit Den Haag en met dirigent Etienne Siebens en Asko Schönberg, een mooi ensemble, in het Muziekgebouw aan ’t IJ. Ze zong ook solo met koren en orkesten in mooie jurken, in muziek van makers als Bach, Mendelssohn en Rossini.
Klarijn zingt nu inderdaad veel bij het koor van de Opera en bij een ander groot koor in Hilversum. Ze vindt het verder heel leuk om voorstellingen te maken voor kinderen en hun families.
Meer lezen over Klarijn: http://www.klarijnverkaart.com
Ellen Zijm (accordeon in Peertje)
Ellen houdt al vanaf dat ze heel jong was van instrumenten waar je veel tonen tegelijk op kunt spelen, dus toen ze 8 was en zij op de muziekschool een instrument mocht kiezen, vond ze accordeon meteen al erg mooi. Haar eerste accordeon was heel klein en had pianotoetsen, maar die van nu weegt wel 14 kilo en heeft meer dan 200 knopjes! Als Ellen onderweg is met haar accordeon op haar rug, denken mensen soms dat ze op vakantie gaat. Ellen’s moeder kan heel goed piano spelen en omdat Ellen daar als kind altijd naar luisterde, kent zij heel veel pianomuziek. Sommige van die muziek speelt ze ook graag op haar accordeon. Haar vader speelde vroeger ook accordeon. Hij had les van de vuurtorenwachter.
Toen Ellen 14 was, kwam er halverwege het jaar opeens een nieuwe leerling bij haar in de klas, die heel erg goed viool kon spelen. Dit was Quirine van Hoek. Ze werden vriendinnen en begonnen samen te spelen en dat doen ze nu nog steeds! Inmiddels hebben ze al twee cd’s gemaakt: ‘De Thuiskomst in Spanje’ en ‘De Thuiskomst in the early Baroque’. Als ze repeteren gaan ze daarna altijd samen pannenkoeken bakken.
Ellen studeerde eerst in Nederland, maar is daarna nog een paar jaar naar Duitsland gegaan, om van een hele beroemde accordeonist les te hebben. Ze vindt het heel leuk om allerlei soorten muziek te spelen waar veel verrassingen in zitten en hele moeilijke ritmes vindt ze het allerleukst.
Ook heeft ze een duo met Marijke Schröer, een saxofoniste die saxofoons van wel zes verschillende maten heeft. Wel maken ze in de meeste concerten gebruik van maximaal drie verschillende saxofoons, want anders zou je bijna een verhuiswagen nodig hebben om alles te kunnen vervoeren. Dat zou lastig zijn, want ze geven soms heel ver weg concerten, bijvoorbeeld in Polen of in Noorwegen.
Ellen geeft ook graag les. Haar jongste leerlingen zijn begonnen toen ze nog maar 5 waren! De meesten beginnen iets later, als ze 7, 8 of 9 jaar zijn. Voor accordeonisten is samenspelen natuurlijk heel leuk. Daarom is Ellen ook dirigent geworden en dirigeert ze verschillende accordeonorkesten.
Meer lezen over Ellen: http://www.ellenzijm.nl